Fell pony's in Het Achterveld - Paardenwaarden

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Fell pony's in Het Achterveld

Wow Momenten > PAARDEN- EN PONYRASSEN
Er zijn van die 'paardenportretten' waar je op slag voor valt.

Vallen voor een kleine kudde Fell pony's in een nat natuurgebied is vragen om een verkoudheid, maar als je valt moet je het goed doen, met overtuiging. Hatsjoe! Er hangt een dikke ochtendnevel over het Needse Achterveld. Met zero zicht zou je gemakkelijk kunnen verdwalen in dit 110 ha grote natuurgebied. Of wegzakken in de zompige bodem, want laat dit nou net het allerlaatste stukje natuur in Nederland zijn met natte heidevelden... 
Niet bepaald een omgeving voor pony's, zou je zeggen. Toch scharrelen hier al tien jaar lang Fell pony's hun kostje bij elkaar. De eerste kennismaking met dit bijzondere ponyras dateert van alweer veel langer geleden.

Zwarte schoffies
Het Needse Achterveld is een fotogeniek natuurgebied. Er lopen witrikken en andere oude runderrassen die de begroeiing in toom houden. Hun kleurenpalet harmonieert prachtig met dat van de struiken waar ze doorheen banjeren. 
Heerlijk, dat observeren. Toch klopt er iets niet. Het is net alsof ik ogen in mijn rug voel priemen. Ineens hoor ik een luid gesnuif achter me, gevolgd door het overbekende 'fijn dat je er bent'geluidje dat paarden maken wanneer ze iemand zien die ze graag mogen. Meer verwonderd dan verschrikt kijk ik om en daar staan ze: zeven kleine zwarte 'paardjes met baardjes, lange manen en zwaar behaarde moonboots'. 
Wat een lieve schoffiekoppies. En wat een vriendelijke begroeting. De pony's, want dat zijn het, hebben een soort kinderlijke onbevangenheid over zich. Olijke ogen, kleine, puntige oortjes, korte, stevige beentjes en heel veel haar. Eerste indruk: een mini Fries zonder ster allures. Van uitgebreid fotograferen komt niets meer, want afstand houden is er wat de pony's betreft niet bij. Tja, en word je van alle kanten liefdevol gegroomd, dan kun je zelf ook niet achterblijven. Na een half uur maak ik me met gitzwarte, lamme vingers uit de voeten met de pony's in een sliert achter me aan. Tot de poort ons scheidt... 

Britse bergpony
Thuisgekomen raadpleeg ik het wereldwijde web en ontdek dat ik te maken heb met de Engelse Fell pony. 'Fell' betekent 'woest heuvellandschap'. Dit woeste heuvellandschap, thuisbasis van de Fell pony, is te vinden in het district Cumbria (The Lake District). 

Volgens overleveringen zou de Fell pony zijn ontstaan uit kruisingen van inheemse Keltische- en inmiddels uitgestorven Galloway pony's met de hengsten die de Friese huurlingen aan het einde van de Romeinse tijd mee brachten, maar niemand weet het zeker. Vast staat wel dat Fell pony's echte manusjes-van-alles waren. Voor het echt zware werk op de boerderij werden Clydesdales gebruikt, voor de wat lichtere klussen, zoals het hoeden van schapen, ritjes naar het dorp of het binnenhalen van hooi had elke boer twee Fell pony's. Ze deden ook dienst als betrouwbare lastpony's, onder meer voor het transport van kolen en erts uit de mijnen.
Vandaag de dag wordt de Fell pony hoofdzakelijk gefokt als keuringspony en menpony. Ook in vorstelijke kringen weet men de Fell pony te waarderen. Prins Philip heeft een eigen team Fell pony's waarmee hij regelmatig deelneemt aan men-competities. Koningin Elisabeth rijdt haar Fell pony onder de man. Pardon, dame... De Fell Pony wordt ook gebruikt voor de jacht, dressuur, springen en lange-afstandsrijden.
Liefde voor traditie
Van wie de pony's in Het Achterveld zijn weet ik dan nog niet, maar het is vast iemand met liefde voor traditie. In dit geval de traditie om de Fell pony in het semi-wild te houden. Het handjevol Engelse fokkers van de oude stempel dat dit nog doet, wordt 'hill-breeder' genoemd.

Magisch mooi
Hoewel ik nieuwsgierig ben naar de herkomst van de zwarte rakkers, stel ik de speurtocht naar de eigenaar nog even uit. Het Achterveld mag dan vrij toegankelijk zijn voor wandelaars en natuurliefhebbers, misschien worden mijn Fell pony uitstapjes wel helemaal niet op prijs gesteld... Het is eind september 2008 en vele uitstapjes later. Weer bevind ik me in Het Achterveld. Weer zijn de runderen het eerste wat ik zie. Mijn komst is niet onopgemerkt gebleven. Even later vormt een zevenhoofdig Fell pony ontvangst-comité een erehaag om me heen.

Ik zie meteen dat dit andere individuen zijn dan de dieren die ik eerder heb gezien, maar hun gedrag wijkt in niets af van dat van hun voorgangers. Er moet even geknuffeld worden! Na de eerste begroeting hervatten ze hun tocht naar een grazig stukje weidegrond, een eindje verderop. Nauwelijks is de laaatste wapperende staart uit zicht of er komt een jong stel aanlopen.
'Hebt u pony's gezien?' Ja, daar gaan ze! Zijn het Fell pony's? De jongeman knikt bevestigend. Hij heet Roy Ottink en woont in Markelo. De familie Ottink is eigenaar van de Fell pony's. Roy is ook een van de drie grootste Fell pony fokkers in Nederland, heeft in Engeland een opleiding tot keurmeester gevolgd en staat daar hoog aan geschreven, vertelt hij. Eind oktober komt hij de pony’s halen, omdat Staats-bosbeheer het gebied 's winters onbegraasd wil laten. Ik neem me voor de pony's nog één keer te bezoeken voordat ze naar de winterwei gaan.

Speuren
De dag voordat de trailer de pony's komt halen, duik ik dapper de Witte Wieven nevel in, speurend naar 'zeven naalden in een 110 hectare grote hooiberg'. Na een klein half uurtje wordt mijn geduld beloond met een adembenemende aanblik: het silhouet van een jaarling Fell pony die tussen de roestkleurige gagelstruiken magisch mooi staat te wezen. Met een beetje fantasie zou je je zo in de Engelse Fells kunnen wanen.
Een paar dagen later zit ik aan tafel met Roy en co.

Pony met de allure van een paard
Roy herinnert zich nog goed hoe vader Gerard in 1993 voor het eerst over de Fell pony hoorde. ’Mijn vader groomde bij Willie Pot van de Twentse rijtuig- en arreslee-vereniging De Koets'n Keerls. Op een dag raakte hij in gesprek met Jan De Vos, de toenmalig voorzitter. De Vos was altijd een Friezenman geweest, maar kwam nu op leeftijd en wilde overstappen op een gelijkwaardige vervanger in de ponyrichting. Kort daarvoor was hij in Engeland bij toeval op de Fell pony gestuit. Die moest het worden en nu was De Vos op zoek naar leden die ook wel zo'n aparte menpony wilden. Plus iemand met een vrachtwagenrijbewijs die de dieren zou willen halen... We woonden in die tijd in een gewone nieuwbouwwijk met een klein weitje erachter, dus mijn vader had wel oren naar een pony. Hij had ook een vrachtwagenrijbewijs, dus de deal was snel gesloten. Pa kwam thuis met de Fellpony merrie Helmwind of Kittyhawk. Hij had haar drachtig met een veulen aan de voet gekocht, dus het duurde niet lang of in ons achter-het-huis- weitje van een halve hectare liepen drie Fell pony's.
Nu stond vader voor de keuze. Wat ga ik ermee doen? Het werd aangespannen rijden. In 1994 waren er voor het eerst Fell pony's te zien op Paard en Koets. Het ras baarde daar zoveel opzien, dat de vraag ernaar steeg. Pa is toen verschei-dene keren samen met mijn oom naar Engeland getogen om Fell pony's op te kopen. De verleiding om de 'mooiste' exemplaren zelf te houden, staat aan de basis van onze eigen fokkerij en Fell ponystal 'De Wildhoeve'.

Ouderwetse Fell pony
Roy heeft een voorliefde voor de ouderwetse, rastypische Fell pony. 'Kort, breed en kort in de gangen. Dit is het type pony dat je ook op de Engelse keuringen ziet. De dieren worden vlak voor de keuring van de 'fells' gehaald, vast-geknoopt en met de hogedrukreiniger schoon geblazen. Daarna gaan ze de showring in.
Het ras heeft de status 'zeldzaam'. Er zijn er wereldwijd zo'n 3500 van, waarvan 1700 in Engeland. Ook de 'hill-breeder' is een uitstervende soort. De meesten zijn de zestig al gepasseerd. Daar komt nog bij dat het aantal pony's dat in het semi-wild op de fells mag leven door de overheid drastisch is terug-gebracht na de MKZ crisis, dus de echte ouderwetse Fell pony dreigt te verdwijnen. 

Wij willen meehelpen het ras en dit type te behouden. Daarom is ons fokdoel een rastypische Fell pony met ruime bewegingen. Om dat doel te bereiken hebben we twee verschillende typen fokhengsten. De door onszelf gefokte Boy is van het oude type, waar in Engeland nog veel vraag naar is. Hij gaat over een poosje dan ook naar Engeland om daar merries te dekken. Daar zijn we erg trots op! Tommy, als veulentje uit Engeland gehaald, is van het moderne type en dekt de meeste merries hier. Als het aan ons lag fokten we alleen het traditionele type, maar je moet realistisch blijven. Voor louter keuringspony's is hier nauwelijks belangstelling, terwijl er voor gezinspony's wel een markt is. De koudbloedige Fell pony past helemaal in dat profiel. Vaders kunnen ermee mennen, lichtgewicht moeders en oudere kinderen (tot 110 kg) kunnen erop rijden en jongere kinderen kunnen ermee knuffelen.'
Achterveld 'breeder'
Het houden van Fell pony's in het semi-wild heeft van het begin af aan hoog op het verlanglijstje van Roy gestaan. Die droom kwam uit toen de veehandelaar die Het Achterveld pacht verzuchtte hoe lastig hij het vond om elk begrazingsseizoen -dat van 1 mei tot 1 november loopt - weer geschikte pony's te vinden voor het project. Laat ik die pony's nu hebben, liet Roy zich ontvallen. Roy: 'Het Achterveld overtrof mijn stoutste verwachtingen. Nu is het alweer veertien jaar lang 'mijn kleine Engeland', het ideale opfokgebied voor onze jaarlingen en tweejarigen. Ik leer ze het halter en de trailer kennen, laat ze vlak voor het vertrek ontwormen en bekappen en breng ze daarna naar het Achterveld, waar ze vijf maanden lang in volledige vrijheid leven. Eens in de week gaan we kijken hoe ze er bijlopen. De keutels schop ik alleen uit elkaar als ik een worminfectie vermoed, maar dat is nog nooit voorgekomen. De mensen van Staatsbosbeheer patrouilleren dagelijks, maar hebben er ook nauwelijks omkijken naar. Als ik de pony's eind oktober ophaal, zijn ze oergezond en goed doorvoed. Ze komen zelfs tien keer beter de winter door dan pony's op gewone weides. Ik heb eens een Engelse keurmeester meegenomen naar Het Achterveld. 
Hij betrad het gebied, stampte een keer op de grond en zei: 'This is good Fell ground.’ En dat is het ook, want de pony's bouwen hier een geweldige conditie op. Ook hun terreingeheugen is fenomenaal. Roy herinnert zich het tweede jaar dat de pony's het gebied in gingen. ‘Als eerste liet ik een tweejarige hengst los, vooraan op het zandpad. Hij sprintte zo hard weg, dat ik dacht: die vind ik straks terug met vier gebroken benen. Niets van dat alles. Even later stond hij weer voor me. Hij had al hinnikend even de grenzen van het terrein verkend.’
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu